CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Het mysterie van Christus, zijn menswording en zijn Pasen, dat wij in de eucharistie vieren, in het bijzonder in de zondagse samenkomst van de gelovigen, doordringt de tijd van elke dag en geeft hem een ander aanzien door de viering van het getijdengebed, "het goddelijk officie". (zie
Vierde hoofdstuk Sacrosanctum Concilium) Trouw aan de aanbevelingen van de apostelen om "zonder ophouden te bidden" (
1 Tess. 5, 17)(
Ef. 6, 18), is deze viering "zo ingericht dat heel de loop van dag en nacht door de lofprijzing van God wordt geheiligd".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 8. vert. uit Lat. Zij is "het openbaar gebed van de Kerk",
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 98. vert. uit Lat. waardoor de gelovigen (clerici, kloosterlingen en leken) als gedoopten het koninklijk priesterschap uitoefenen. Wanneer het getijdengebed "op goedgekeurde wijze" door de Kerk gevierd wordt, "is dat echt de stem van de bruid zelf die zich tot haar Bruidegom richt, ja zelfs het gebed van Christus samen met zijn lichaam tot de Vader".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 84. vert. uit Lat.