CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
"Krachtens apostolische overlevering, die teruggaat tot op de dag zelf van de verrijzenis van Christus, viert de Kerk het Paasmysterie op iedere achtste dag, die terecht dag des Heren of zondag wordt genoemd".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 106. vert. Getijdenboek Lect. II,4,76 De dag van de verrijzenis van de Heer is tegelijk de "eerste dag van de week", gedachtenis van de eerste dag van de schepping, en de "achtste dag", waarop Christus, na de "rust" van de grote sabbat, de dag "die de Heer gemaakt heeft", inluidt, de "dag die geen avond kent".
Byzantijnse liturgie De "maaltijd van de Heer" is er het centrum van; hier immers ontmoet de hele gelovige gemeenschap de verrezen Heer, die haar aan zijn feestmaal uitnodigt:
Vgl. Joh. 21, 12
Vgl. Lc. 24, 30
De dag des Heren, de dag van de verrijzenis, de dag van de christenen, is onze dag. Daarom wordt hij dag des Heren genoemd: die dag is de Heer als overwinnaar naar de Vader opgestegen. Noemen de heidenen hem dag van de zon, dan sluiten wij ons hier graag bij aan: vandaag immers is het licht van de wereld opgegaan, vandaag is de zon der gerechtigheid verschenen, die met haar vleugels genezing brengt. H. Hieronymus, In die dominica Paschae. CCL 78, 550,52, vert. uit Lat.