15 augustus 1997
Het leven heeft zich tot alle wezens uitgestrekt en alle zijn vervuld van een sterk licht; Hij die de opgaande zon bij uitstek is, overspoelt de hele wereld en Hij die "eerder was dan de morgenster" en de andere hemellichamen, onsterfelijk en onmetelijk, de grote Christus, Hij straalt meer dan de zon over alle wezens. Zodoende ontstaat voor ons die in Hem geloven een dag van licht, langdurig, eeuwig, een dag die geen einde kent: het mystieke Pasen. Pseudo Hippolytus van Rome, In sanctam Pascha. 1-2: PG 59, 755, vert. uit Lat.
Wij leren bidden op vastgestelde ogenblikken: wanneer wij luisteren naar het woord van de Heer en wanneer wij deelnemen aan zijn paasmysterie; maar zijn Geest wordt ons te allen tijde, in de gebeurtenissen van elke dag, aangeboden om het gebed te laten opborrelen. De leer van Jezus over het gebed tot onze Vader ligt in dezelfde lijn als het onderwicht over de voorzienigheid: Vgl. Mt. 6, 11.34 de tijd is in handen van de Vader. in het heden worden wij geconfronteerd met de tijd, niet gisteren en ook niet morgen, maar vandaag: "Luistert heden dan naar zijn stem: Weest niet halsstarrig" (Ps. 95, 7-8).
"Heden" is ook een uitdrukking van vertrouwen. De Heer leert ons deze uitdrukking; Vgl. Mt. 6, 34 Vgl. Ex. 16, 19 wij zouden ons niet aanmatigen ze uit te vinden Omdat het vooral gaat om het woord van God en Om het lichaam van zijn Zoon, is dit "heden" niet alleen het heden van onze vergankelijke tijd: het is het heden van God:
Als u dagelijks het brood ontvangt, dan is er voor u dagelijks een "heden". Als Christus heden de uwe is dan verrijst Hij dagelijks voor u. Hoe kan dat? "Gij zijt mijn zoon, Ik heb u heden verwekt" (Ps. 2, 7). "Heden" wil dus zeggen: wanneer Christus verrijst. H. Ambrosius van Milaan, Boek, Over de Sacramenten, De Sacramentis (1 jan 387). 5,26, vert. uit Lat.