CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Het is heel de
Gemeenschap, het lichaam van Christus in eenheid met zijn Hoofd, dat viert. "Liturgische handelingen zijn geen private handelingen, maar vieringen van de Kerk, die 'het sacrament van de eenheid' is, dat wil zeggen het heilige volk dat is samengebracht en gerangschikt onder de bisschoppen. Daarom raken zij het gehele lichaam van de Kerk; dat manifesteren zij, daarop werken zij in, terwijl toch de afzonderlijke leden van de Kerk er op verschillende wijze door worden beïnvloed overeenkomstig de verscheidenheid van rangen, van functies en van actief deelnemen".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 26. vert. uit Lat. Daarom "moet, wanneer de riten overeenkomstig hun eigen aard een gemeenschappelijke viering vragen waarbij de gelovigen in groten getale en actief deelnemen, nadrukkelijk worden aangegeven dat deze zo mogelijk de voorkeur dient te verkrijgen boven de particuliere en quasi-private viering".
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 27. vert. uit Lat.