CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
15 augustus 1997
Wij kunnen alleen maar met God verenigd worden, als wij er vrij voor kiezen Hem te beminnen. Maar wij kunnen God niet beminnen, als wij zwaar tegen Hem, tegen onze naaste of tegen onszelf zondigen. "De mens zonder liefde is nog in het gebied van de dood. Ieder die zijn broeder haat, is een moordenaar, en gij weet dat geen moordenaar eeuwig leven in zich heeft" (
1 Joh. 3, 14-15). Onze Heer waarschuwt ons dat wij van Hem gescheiden zullen worden, als wij het nalaten aan de dringende noden van de armen en de kleinen, die zijn broeders zijn, tegemoet te komen.
Vgl. Mt. 25, 31-46
In doodzonde sterven zonder er berouw over gehad te hebben en zonder Gods barmhartige liefde te aanvaarden betekent uit eigen vrije keuze voor altijd van Hem gescheiden blijven. En het is deze staat van het zichzelf definitief uitsluiten van de gemeenschap met God en de gelukzaligen die men aanduidt met het woord "hel".